dinsdag 19 november 2013

De bril in het kolenhok

Kolenhaard

Toen rond 1965 het aardgas beschikbaar kwam hebben mijn ouders de haard en de kolenkachel met de oudijzerboer meegegeven, terwijl ze in de belangrijkste vertrekken gevelradiatoren op aardgas lieten installeren. Aan het begin van het stookseizoen kwam er soms iemand van de firma Kuyte, om de kolenhaard in de achterkamer na te kijken. De haard werd opzij geschoven en de vliegas van het vorige stookseizoen werd uit de daartoe losgenomen rookafvoerpijp naar de schoorsteen, leeggeschud.
De losgeraakte onderdelen werden met hittebestendige kit vastgezet, zodat er later geen gevaarlijke kolendamp vrij zou kunnen komen in de woonkamer. Voor het aanmaken werden houtjes gehakt, die daarna samen met kooltjes (antraciet, nootjes 4) bovenop opgepropte oude kranten op het stookrooster kwamen, waarna de proppen werden aangestoken, dan ging het deurtje dicht met de warmtebestendige mica raampjes, waar je al gauw niet meer doorheen kon kijken. Als de kooltjes met blauwe vlammetjes gingen branden, mocht de kachel worden bijgevuld met kolen. Links aan de schoorsteenmantel hangt het pookje met het haakje waarmee de hete klep van de vultrechter kon worden geopend, zonder je vingers te branden. Daarna werd de gereedstaande kolenkit uitgestort in de vultrechter. De kolenkit heb ik nog steeds; ooit rose geverfd, gebruik ik die nu als paraplubak.

Samen met mijn moeder bij de haard

De krantenkop gaat over de
dertigduizendste inwoner van Oss.


Tussen de voor- en de achterkamer zaten deuren, alleen 's zomers stonden die wel eens open. In de voorkamer werd doorgaans niet gestookt, behalve met verjaardagen als er veel visite werd verwacht. Dan werd de kachel, die daar stond, een Etna, voor een dag gestookt. We zaten verder altijd in de achterkamer.

Kolenhok

De kolen lagen in het kolenhok in de schuur. Het kolenhok was een halfhoog houten wandje op ruim 50 cm van de achtermuur van de schuur. Aan de voorzijde was een opening met links en rechts een sleuf waartussen planken geschoven konden worden, ter afsluiting. Naarmate het niveau van de resterende kolen daalde, werden er de planken er weer uitgeschoven. Daar ging het soms mis. Mijn vader schepte meestal de kolen. Als er al veel planken waren uitgenomen, moest hij dieper bukken dan normaal en dan gleed zijn leesbril soms ongemerkt uit zijn borstzakje op de kolen. En dan kwam de kolenboer...

De wagen van de kolenboer
staat links van de sokkel, met nog twee zakken kolen erop,
en de lege zakken liggen op de kar.
(zie 'Galanterieën en stierenbloed)

Kolenhandelaar

Wij hadden de kolen van Van Dalen van de Berghemse weg. Hij kwam met paard en wagen of met een vrachtauto, de vlakke laadbak stond dan vol met zakken kolen, met elk een half mud kolen erin. Je bestelde kolen altijd per mud. De kolenboer nam vanaf de platte laadbak een zak met een half mud kolen op zijn schouders, om die vervolgens naar de schuur te dragen, waar hij de zak op de bovenrand van het kolenhok naar voren liet kantelen, terwijl hij de onderkant vast hield, zo schudde de zak leeg in het kolenhok. De lege zakken werden steeds op dezelfde plek in de tuin opgestapeld. Na afloop werden de zakken geteld, waarna mijn vader de bon moest aftekenen, waarvoor hij eerst zijn bril opzette, tenminste ... als hij die kon vinden, want het kon gebeuren dat hij zich realiseerde dat de bril onderin het kolenhok moest liggen. Dan moest hij zijn oude bril weer op tot aan het einde van het stookseizoen.

1 opmerking:

  1. Prachtige observaties, Pieter. Brengt direct herinneringen op aan mijn grootouders in Almelo, 45 jaar geleden; dezelfde kachels, mica ruitjes...
    Mooi.

    BeantwoordenVerwijderen