zondag 8 december 2013

Roerige jaren op de Oranje Nassauschool

De 2e klas

In de tweede klas (zie mijn blog over de eerste klas) kwam ik bij juffrouw Wester. Ik vond het leuk om naar school te gaan. Door mijn brede belangstelling dacht ik aan van alles, en wat er door mijn hoofd ging deelde ik spontaan - tegen alle dreigementen in - met anderen. Daardoor heb ik een onevenredig groot gedeelte van de lestijd op de gang moeten staan, maar ik verveelde me nooit, er was altijd wel iets wat mijn aandacht trok. Meestal vond ik wel een beukenhouten lollystokje - als ik er al niet eentje tussen de spullen in mijn broekzak vond - waarmee ik dan, door ermee te draaien en te roeren, een zo diep mogelijk gat in de vrij zachte baksteen van de muur naast de klasdeur probeerde te maken. Vaak werd ik alweer binnen geroepen voordat ik een diepte van enkele mm had bereikt, maar dan ging ik de volgende keer vrolijk verder waar ik gebleven was. En als er iemand in de buurt kwam, draaide ik even mijn rug naar de muur. 30 jaar later, toen mijn kinderen naar dezelfde school gingen, constateerde ik dat de gaatjes er nog steeds zaten.

Ruimtelijk inzicht

Bouwplaten vond ik erg interessant. Mijn vader heeft me eens geholpen met een grote bouwplaat van De Rotterdam of de Titanic. De reddingboten vond ik wel moeilijk te plakken. Met een lineaal, en een tekendriehoek ging ik mijn eigen bouwplaten tekenen, meestal auto's. De kunst was dat alles na knippen en vouwen precies paste. Een klasgenootje in de tweede, Henk de Wit, vond dat een leuk idee, waarna we onze zelfgetekende bouwplaten ruilden, en nieuwsgierig of alles wel klopte, elkaars bouwplaten in elkaar zetten.

Oki en Doki bij de nikkers

Na een ouderavond, en dat gebeurde 3 keer per jaar, werd ik door mijn moeder onder handen genomen, omtrent mijn gedrag in de klas. Ik kreeg het verwijt dat ik lui was, omdat ik veel beter kon. Ik begreep dat op school voor mij geen eer te behalen was en ik concentreerde me nog meer op de dingen die me werkelijk bezig hielden. Mijn moeder kreeg dat in de gaten en vroeg me om haar tijdens het strijken van de was een boekje voor te lezen, dan mocht ik elke keer als ik een boekje uit had, een nieuw boekje gaan kopen bij Meijs-Wolf, tegenover het Gengske.

Het boekje links is No. 1 van mijn eigen bibliotheek,
de middelste is No. 12 en de laatste No. 11.
Zo heb ik onder andere boekjes door Henri Arnoldus over Oki en Doki, aan mijn eigen bibliotheek kunnen toevoegen, zoals het door mij onder nummer 12 ingeschreven: 'Oki en Doki bij de nikkers', toen nog heel gewoon, maar nu is het bezit misschien wel omstreden.

De drie boekjes zoals ik ze ooit heb genummerd.


Mijn rapporten van klas 2 en 3 op de lagere school:
het is duidelijk dat Prak steeds
 minder tevreden was over mijn gedrag.

De 3e klas

De derde klas leek me een feest na het voorgaande jaar van subversief gaatjes boren. Meneer Prak, met zijn bromfiets die altijd last had van een vette bougie, deed altijd zo vriendelijk tegen iedereen. Op de laatste schooldag voor de vakantie mochten degenen die over waren gegaan, hun eerste les bij meneer Prak gaan volgen. Hij gaf zangles, waarbij hij ons dirigeerde, alsof we een orkest waren, en in mijn spontane enthousiasme deed ik dat meteen na, waarmee ik onbedoeld zijn toorn voor het komende schooljaar over me afriep. Het zat me dan ook niet lekker dat ik erg kort gehouden werd en dat mijn ouders me na elke ouderavond meer doeltreffende maatregelen in het vooruitzicht stelden.

De Philipskantine aan de Kruisstraat

Wegens ruimtegebrek op de ONS (Oranje NassauSchool) begon het schooljaar in de Philipskantine aan de Kruisstraat, en daarvan herinner ik me vooral de grote urinoirs met groene tegels en stinkende nafta-blokken. Ik vond Prak onrechtvaardig omdat hij Eefje Hes, die voor straf in de hoek moest staan, niet naar de wc liet gaan toen ze dat vroeg, maar haar voor gek zette toen ze het voor de klas in haar broek deed.

Het Walplein in Oss

Tussen de Goudmijnstraat en school kwam ik vier per dag over het Walplein. Daar zag ik Taeke Janssen, die toen hij bij de Wemva werkte soms oud papier ophaalde met de bakfiets.

De man rechts met klak is Taeke Jansen
rond 1960 op het Walplein.
Een afbeelding op pagina 82 uit Wattenberg, Bert.
Een rondje door Oss, Oss: C.G. Wattenberg, 2006.

Als hij er niet was stonden er wel collega's van hem met een blauwe volkswagenbus, ik mocht dan even achter het stuur komen zitten, maar ik maakte me uit de voeten als ze me teveel gingen kietelen: wist ik veel. Het etalage van Verhallen, met altijd dezelfde uitstalling van de meest uiteenlopende 'ijzerwaren', boeide me altijd enorm. Van tante Nel (zie mijn website over tante Nel) had ik al eens een Zwitsers zakmes gekregen, wat ik met een oude horlogeketting van mijn vader aan mijn broek had vastgemaakt. Maar nog liever zou ik zo'n Herder-zakmes hebben, zo'n zelfde als waar de mensen van de Wemva hun appeltje mee schilden.

Schoolorkest

Na enkele maanden was de houten noodschool aan de Singel 1940-1945 gereed en verhuisde onze klas naar 'de dependance'. Er was een relatief groot schoolplein en het terrein ernaast lag helemaal braak. Ik leerde er fluitjes te maken van verdwaalde groene korenaren die je daar aantrof, en met wat er verder aan afgedankt vaatwerk rond de school te vinden was, vormden we een harmonieorkest. Marcherend rond het schoolgebouw trachtten we dan, 'De Postkoets', een populair liedje uit die tijd, op kakofonische wijze ten gehore te brengen. Mijn reputatie werd er niet beter van.
Tijdens de 'gymles' mochten we op het schoolplein voetballen met een leren voetbal. Ik stond dicht bij meneer Prak en ik vroeg hem waar de bal was, maar op hetzelfde moment dreunde die bal recht van boven op mijn hoofd, ik was helemaal versuft en zag dat Prak er erg om moest lachen. Ik begon hem een engerd te vinden.

Met bank en al op de gang

Ik vond het nog altijd leuk als we zingen kregen, terwijl ik vrijdagsmiddags genoot van de vragenbus: achter in de klas stond een bus met een gleuf in het deksel, waarin je briefjes met vragen mocht stoppen, die dan het laatste uur voor het weekend werden beantwoord.
In de klas kreeg ik vanwege mijn spontane gedrag natuurlijk de meeste terechtwijzingen, maar geen strafwerk, ik moest wel erg vaak op de gang staan, in het zicht tussen de beide lokalen. Toen Prak niet tevreden was over het resultaat, werd ik later met bank en al op de gang gezet, hij hielp me dan wel mee met sjouwen. Dit zal wel ter sprake zijn gekomen op de ouderavonden.

Stammenstrijd

Woensdag na schooltijd was 'ons' speelveld op het braakliggende terrein vaak al ingenomen door jongens die ons uitdaagden en met stenen gooiden. Zij zaten op de jongensschool aan de Linkensweg, waar ze op woensdagmiddag vrij waren, omdat ze op zaterdag nog naar school gingen. Leen Goedegebure zat een klas hoger en voerde ons dan aan. We moesten dan langzaam op de vijandige groep inlopen en als ze met stenen gingen gooien ineens hard teruglopen, zodat ze achter ons aan kwamen, en dan op een teken van Leen stopten we plotseling en gooiden we allemaal onze steen. Het werkte uitstekend, en het is een wonder dat er nooit ongelukken zijn gebeurd, althans daar herinner ik me niets van.
Het was het meest bewogen jaar van mijn schooltijd op de Oranje Nassauschool.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten