zaterdag 18 januari 2014

Wijnkasteel - Broodkasteel

De sprinter naar Arnhem

Miny vroeg of ik meeging naar Arnhem. Leuk, want daar zouden we aansluitend het Wijnmuseum kunnen bezoeken. Ik hoopte daar iemand te kunnen spreken over de collectie en over de relatie met Willem Jurgens (*1844) van de margarinefamilie, die tot 1877 in Oss niet alleen bierbrouwer was, maar ook wijnkoper, getuige het debiteurenboek uit 1874, wat ik heb mogen inzien. En ook belangrijk: ik kon dan lekker rondsjouwen met mijn nieuwe bordeauxrode rugzak. Ik realiseerde me bovendien, dat ik voor het eerst buitenshuis zelf zou moeten katheteriseren, sinds op 10 december mijn permanente katheter met een handig kraantje eraan was verwijderd.

In de trein naar Arnhem.

Koffie ad fundum

Het was prachtig weer, en de treinreis verliep voorspoedig. Miny's eerste doel was de winkel van Douwe Egberts. De zelfgeprinte plattegrond was erg onduidelijk. Dankzij mijn postduivengevoel zijn we er met een nuttige omweg gekomen. Na het genot van een ristretto en een cappuccino zijn de bonnen over de toonbank gegaan. Het was ook mooi weer om gezellig te winkelen, Miny trok me mee in een soort outlet-bazaar. Tot mijn verbazing vond ik er van alles, en als klap op de vuurpijl vond ik twee verrassende bakvormen, zo groot als een tulband, maar in de vorm van een kasteel en een locomotief. Echt bijzonder! Bijna alles paste in de rugzak.

Miny en kookboeken ...

Wijnmuseum

Een zonnige wandeling naar Robbers en Van den Hoogen. Niet eerst het proeflokaal, maar meteen het museum in. Raad van de gastheer: de museumgang volgen, aan het einde omlaag en twee keer rechts, en dan weer terug.
Ruim twintig jaar geleden waren we hier ook al eens. Het doet me wat om al die oude wijnkopersgereedschappen weer eens te zien. Miny genoot van de privé-rondleiding. In de vitrines lagen ook oude en moderne flessen wijn, ik zag zelfs een Château Vieux Chevrol, een ons zeer bekende Lalande de Pomerol uit Néac. Achteraan in de eerste, lager gelegen ruimte stonden grotere objecten opgesteld, zoals druivenpersen, vaten en filters.
Verder rechts en nog iets lager was een brede branddeur, die half open stond en uitnodigde de vergane glorie uit de bloeitijd van de wijnhandel nog eens goed te bewonderen: zeer grote vaten, 'foeders', bekrijt met klinkende namen van bekende châteaux, maar nu leeg en uitgedroogd, want de meeste châteaux zijn inmiddels in handen van investeerders, die de wijnen zelf 'opvoeden' om die kant en klaar gebotteld in de handel te brengen.
Dat wekte veel herinneringen op en Miny was zeer geïnteresseerd. (Veertien jaar geleden hebben we nog ons nog georiënteerd op vestiging in Toscane omdat mij gevraagd was daar eventueel regisseur (wijnboer) te worden op een Azienda.)

Miny bij het eerste museumstuk.

Het monsteren van een vat met wijn

In een aansluitende kelder leed een lange rij vaten aan wijngebrek: 'barriques bordelaises', herkenbaar aan de dwarsplank, de 'barre', bedoeld voor het monsteren van de vaten. In de ooit gemonsterde vaten waren de daartoe geboorde monstergaatjes afgesloten met 'faussets', ronde eikenhouten pinnen. Om te monsteren gebruikte de keldermeester een 'marteau à déguster', een stuk gereedschap wat het midden hield tussen een klauwhamer en een nijptang, en wat tevens was uitgerust met een losse fretboor, een 'perce-vin'. Met die fretboor werd in het goed afgesloten vat een gaatje geboord, waarna het klauwgedeelte van de 'hamer' tussen de dwarsplank en het deksel werd gewrongen, waardoor er een straaltje wijn uit het vat werd geperst, wat tegelijkertijd handig werd opgevangen in een glas of een wijnproefnapje, een 'tastevin'.

Marteau à déguster, wijnproefhamer met fretboor.

Roemrijk verleden

Verderop getuigden in onbruik geraakte roestvrijstalen cuves, grote en kleine pompen, wijnfilters en bottelapparatuur van noeste arbeid in een roemrijk verleden. De herinneringen bleven opborrelen, Miny luisterde aandachtig. In het keldergedeelte waar vroeger de rijen gebottelde flessen in rijen met latjes ertussen werden opgetast ('mise sur lattes') om te rijpen, lagen nu lege flessen om de oude sfeer te bewaren.

De kelder bij de winkel van Robbers en Van den Hoogen.

Museumdepot

In een schemerachtige nis kon ik mijn hart ophalen, daar lagen keurig geordend, soort bij soort en voorzien van labels, oude voorwerpen en apparaten, die met het kuipersvak en het wijnkopersvak te maken hebben, een rijk museumdepot.
Wat zou ik graag met de conservator spreken! In een ruimer keldergedeelte verried het veelvuldig gebruik van plastic wrapfolie - moderne magazijnverpakking - dat hier het verleden ophield. De terugweg voerde langs een oude distilleerinrichting, waarin veel koperen onderdelen waren verwerkt. Denkend aan mijn eigen distilleerketel, die ik onlangs op mijn blog heb beschreven, heb ik Miny ook nog verteld over het gebruik.

Baron Pierre de Bordeaux in de wijnkelder.

Chateau Vieux Chevrol

Er kwam een vriendelijke man aangelopen, die verbaasd vroeg hoe we daar gekomen waren. Het was blijkbaar niet de bedoeling dat de branddeur open stond. Terwijl hij ons naar de uitgang begeleidde, zag ik mijn kans schoon om te vragen of hij misschien de conservator van het museum was, maar hij was een wijnspecialist, en hij vertelde dat de conservator om gezondheidsredenen gestopt was met de zorg voor de collectie. Hij raadde ons aan met de rondleiding van 3 uur terug te komen. Maar, met de proeverij na afloop zou dat te lang gaan duren. Dat kwam goed uit, want na (mijn geslaagd!) bezoek aan het toilet ontmoette ik de medewerker bij wie ik over de rondleiding had geïnformeerd. Ik vertelde dat ik graag wilde spreken met iemand die over het museum ging, waarna hij zijn kaartje gaf en ik het mijne. Hij zag mijn naam en vroeg of ik familie had op Vieux Château Chevrol, waarvan ik in het museum al een fles ontdekte in een vitrine. Dan moest ik zeker even langsgaan in de winkel en vragen naar de directeur, de heer Donders, want hij onderhield de contacten met het château. Dat werd ook weer een bijzonder bezoek, want de vriendelijke wijnspecialist, die we eerder hadden gezien, adviseerde ons vooral het keldergedeelte onder de winkel te bezoeken. Dat ademde nog de sfeer van vervlogen tijden en nodigde uit tot het maken van nostalgische foto's.

Poortwachter bij Robbers en Van den Hoogen.

Daarna hebben we met de heer Donders gesproken en natuurlijk nog een foto gemaakt met een fles Chateau Vieux Chevrol.

Château Vieux Chevrol 2010 met oud-wijnkoper.

Volkoren met gedroogde druiven

Station Arnhem Velperpoort was dichtbij. Maar de turbulente dag was nog niet voorbij, want na passeren van zoveel château-namen wilde ik met mijn nieuwe bakvorm, ook een 'château', een eigen en ovenvers kasteel bakken natuurlijk!

Station Velperpoort: Wachten op de trein van 3 over 4.

Een goed gelost kasteel.

Vers gebakken smurfenkasteel met slotgracht.

Vieux Chateau Chevrol 1999
op de binnenplaats van Kasteel Volkoren met Rozijnen 2014.


1 opmerking:

  1. Het was me weer een genoegen om de mooi beschreven belevenissen te lezen.

    BeantwoordenVerwijderen