donderdag 31 oktober 2013

Speet en Titus Brandsma in Oss

De Heuvel in Oss



De naam Speet associeer ik nog altijd met speelgoed, en dan vooral Dinkey Toys, Meccano-onderdelen, Märklin-treinen en Faller-huisjes, ondanks dat mijn moeder me vroeger vaak mee nam voor een rondje boodschappen over de Heuvel en over het Walplein, waarbij ze dan soms de winkel van Speet aandeed voor serviesgoed, keukengerei of andere huishoudelijke artikelen. Ik wilde dan naar de bovenverdieping, waar het speelgoed stond uitgestald. Nu ik een verhaaltje schrijf bij een ansichtkaart uit het begin van de vorige eeuw met erop de Heuvelstraat in Oss, stoorde ik me aan een met hard potlood ingekrast kruisje in de lucht boven de winkelstaat, waardoor de prachtige kaart nodeloos beschadigd is. De adreszijde van de kaart geeft het geheim van het kruisje prijs, omdat de kaart 'gelopen' heeft zoals verzamelaars het noemen als de kaart ooit is verstuurd. Als afzender staan 'Moeder' en enkele voornamen vermeld en de kaart is verstuurd naar het Pensionaat in Oerle en gericht aan L. Speet. Moeder is dus een Speet, want het kruisje in de wolken blijkt boven de gelijknamige winkel te staan. Dus toen was de zaak van Speet er al. Onderzoek naar geboorteplaatsen en woonadressen via wiewaswie.nl bracht aan het licht, dat nog voor 1890, een broer en twee zussen uit een Leids gezin zich voorgoed in Oss vestigden. De broer, Harry Speet (1863-1935), vestigde zich na zijn huwelijk met de Haagse Maria Lamboo (1862-?), in 1889 - hij was toen 26 jaar oud - als winkelier in het pand met het kruisje, waarbij hij ongetwijfeld zijn meegereisde zusters als verkoopsters in dienst heeft genomen. Zijn daarna geboren dochters hebben na hun 10e een aantal jaren doorgebracht in het pensionaat in Oerle, kennelijk om ze voor te bereiden op een latere taak in de winkel en om zijn drukke winkeliersgezin te ontlasten. L. Speet blijkt Louise, roepnaam Wies (1897-1972), die van haar 11e tot haar 14e in het pensionaat te Oerle verbleef.


Deze mooie kaart wordt voor het nageslacht bewaard in het Osse Stadsarchief.


Wijn en spijs

Mijn avond was bestemd voor een lezing in het Stadsarchief, daarom was ik blij met Miny's uitnodiging om te komen eten. Terwijl ze nog kokkerelde schreef ik met de ganzenveer een proefervaring van het herproeven van een Margaux de Giscours uit 1990 in mijn nostalgische 12e wijnlogboek, waarin de bindster 80 bladen van het fijnste gevergeerde papier heeft samengebonden.


De Stad Oss

De lezing in het Stadsarchief, een activiteit van historische kring 'De Werkende Mens' ging over het leven van Titus Brandsma, en werd gegeven door Rémy Albers, die ook de teksten voor de binnenkort uit te voeren musical over dit onderwerp heeft geschreven. Titus Brandsma is nadat hij het gymnasium in Megen heeft doorlopen, opgeleid tot theoloog. Vanuit sociale betrokkenheid heeft hij tijdens zijn Osse jaren bij de paters Carmelieten, en gedreven door zijn journalistieke gaven, de regionale krant De Stad Oss nieuw leven ingeblazen en een bibliotheek voor Oss gesticht. Als criticus van onrechtvaardigheid kwam hij, gedurende de periode dat hij verbonden was aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, ernstig in conflict met de NSB en later ook met de bezetter, die hem de in 1942 de mond snoerde in Dachau.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten